In een levende bodem zijn veel en verschillende actieve levende organismen aanwezig. Een deel van die organismen kunnen we met het blote oog zien en zijn daarom wel bekend, voorbeelden daarvan zijn: wormen, mieren, duizendpoten en (mest-)kevers. Het andere deel bestaat uit microscopisch kleine organismen zoals bacteriën, protisten, nematoden en schimmels. In een hand gezonde bodem zitten er al miljarden en ze spelen een cruciale rol in de bodem.
Dit microscopisch bodemleven, het ‘microbioom’ van de bodem, is onmisbaar voor het goed functioneren van de bodem net zoals het microbioom in het lichaam van mensen onmisbaar is voor de menselijke gezondheid.
Bacteriën vermenigvuldigen zich, als de condities goed zijn, in hoog tempo en worden weer opgegeten door protozoa of nematoden waardoor de aantallen in evenwicht blijven. Daarnaast bevinden zich in een gezonde bodem kilometers aan schimmeldraden.
De combinatie van het zichtbare en microscopische leven in de bodem noemen we het ‘Bodemvoedselweb’.